BOMEN
Samen met de Zon
“Mijn verwerking”
Normaal als ik naar het park ging kon ik genieten van alle bomen. Het wonder van de natuur. De bladeren, elk seizoen zoals met de Herfst steeds weer andere kleuren, een prachtig schouwspel,paddestoelen die dan groeien uit de grond, een eenheid van het nieuwe ontstaan,het leven en het afsterven, ons door de natuur gegeven keer op keer.
Soms leek het alsof de bomen met mij meeliepen,dan weer bleven ze stil staan de grote bomen als reuzen, roerloos soms uitbundig, liet de wind de takken en de bladeren ruisen en krachtig zwiepen op de maat die de wind hen aangaf. In de Lente ontluikte het nieuwe leven aan de takken, in afwachting, hoopvolle knoppen welke de groene bladeren in zich opgerold hielden.
In de Zomer oersterk,met een stevig vol dek van bladeren als warme groene deken,uitgelegd zo staande in de zon, uitnodigend om onder te schuilen, het bood een zalige koele schaduw.
In de Herfst onderging alles een metamorfose van kleur en sfeer, van alle tinten groen veranderden de bladeren in een tapijt van geel, rood, oranje en bruine goudengloed, een ware pracht.
In de Winter liet de boom zijn bladeren vallen, wetend dat het volgende seizoen er weer opnieuw een nieuwe generatie uit de knop zou kruipen. Prachtig bedekt met sneeuw waren ze soms, al die mooie verschillende bomen in het park.
Op een dag,Het was na een zware storm ging ik opnieuw naar het park met Jeroen zijn hond Lara, ik verheugde me op een lange wandeling.
Ik wilde lekker mijn hoofd leeg laten waaien en tergelijkertijd de wandeling wat mooie foto´s van de bomen gaan maken.
Ik zag in de verte mijn drie favoriete bomen, de mooiste van allemaal, de grootste reuzen van het park.Maar toen ik dichterbij kwam schrok ik enorm want bij alle drie was een tak afgerukt door de storm.
De mooiste, niet alleen de volste takken maar ook de jonge, waren weg, door de wrede storm afgerukt en meegenomen. Alle drie de bomen hadden een diepe wond op de plek waar de takken hadden gezeten.Het leek wel of zij hun levenslust hadden verloren en ik kon hen zachtjes horen weenen.
Ook ik heb een “tak” verloren bedacht ik mij toen ik langs een boom liep.Plotseling draaide ik mij om liep terug en stapte af de bomen.
Menselijk nieuwsgierig als ik ben zoals de meeste mensen, vroeg ik aan de eerste boom …’hoe ga jij om met dit verlies?’ De boom antwoorde…”Ik kan niet meer en ik wil niet meer. Het mooiste is mij afgenomen en ik heb geen doel meer in dit bomenleven. Ik zak diep weg in mijn verdriet en ik doe er niets meer mee. Ik zie niet in hoe ik door moet gaan met groeien en bloeien, ik ben op. Laat mij maar. Ik zal nooit meer genieten en de zon haar warmte op mijn bladeren voelen schijnen”.
Aan de tweede boom vroeg ik…”Hoe ga jij om met dit verlies?” De boom antwoorde…”Ach, ik sluit mij af en ga maar gewoon door, niet teveel bij stilstaan, vooral geen emoties en verdriet tonen, gewoon blijven wiegen op de wind. Vooral geen hulp aannemen van anderen. Zéker het verdriet geen plekje geven. Wat kan mij het schelen of ik de warmte van de zon ooit nog op mijn bladeren voel schijnen”.
Aan de derde boom vroeg ik…”Hoe ga jij om met dit verlies?’ En de derde boom antwoorde:”ik ben mijn mooiste en liefste bezit kwijt. Ik ben zó verdrietig. Mijn bast voelt aan alsof het zal splijten….Ik heb zo’n pijn, mijn wond is zó enorm groot. Maar als jij wilt help mij dan alsjeblieft. Ik kan het niet alleen maar ik móet verder. Ik ben als boom toch een onderdeel van dit park, ik voel ik kan en mag mijn andere boomvrienden, de rest niet in de steek laten. Maar denk jij…Zal ik mij ooit weer koesteren aan de warmte van de zon zal ik deze ooit weer op mijn bladeren voelen schijnen?”.
Net na een klein jaar na ons eerste gesprek kwam ik terug in het zelfde park en daar stonden mijn Boomvrienden nog en weer opnieuw maakte wij een praatje.
De eerste boom wilde resoluut nog steeds geen warmte van de zon,nee dit nooit meer voelen. De tweede boom kon het nog steeds niks schelen, zij ging gewoon maar zonder enig gevoel automatisch door met wiegen op de wind. De derde boom zei:”dit jaar gaat het wat beter, nog niet helemaal ok, maar misschien volgend jaar komt de zon haar warmte weer een beetje beter door?”.
Na een langere tijd daarna kwam ik weer terug en ik moest nu echt zoeken naar mijn alle drie mijn bomenvrienden in het zelfde park.
De eerste boom was klein en dor, met een grote gapende open wond. De boom had het opgegeven en de moed niet gehad om door haar verdriet heen te gaan en had de wond hierdoor, de open wond gelaten voor wat het was….open. Daardoor was zij leeggelopen. Het leven en de fut waren eruit. Deze boom was opgegeven, de wond zou nooit meer helen en zou altijd open blijven.
De tweede boom was omgewaaid omdat zij zichzelf niet kon voeden. Zij had het verdriet en daarmee de rouw zo diep weggestopt,er was geen acceptatie geweest en dus was daar zo argeloos en onbezonnen mee omgegaan. Deze boom had gedacht dat als zij het verdriet en het gemis nou maar zou negeren, dat alles wel vanzelf zou slijten en alles weer goed zou komen. De wortels van deze boom waren dus niet verder gegroeid, ze hadden zich niet kunnen hechten in de liefde en troost van de aarde, moeder natuur.
Ondanks alles was de derde boom toch het aller moeilijkst om te vinden. Ik zocht in het licht en zocht in het donker hierbij ook laag bij de grond. Hier afgezakt tot aan de aarde daar vond ik tenslotte ook de eerste en de tweede boom. Maar wat bleek, ik zocht duidelijk verkeerd.
Want toen ik eenmaal een bladgeruis hoorde en omhoog op keek zag ik de mooiste, prachtigste, sterkste boom tussen de ander bomen staan, een boom zo sterk en gezond,die ik nog nooit had gezien. Een dikke oer sterke stam, met een dik en glanzend vol dek aan bladeren aan haar takken. En ze stond heerlijk te wiegen, zich werkelijk te laven aan de warme stralen die op haar neerkwamen volop in de zon.
De wond was haast genezen. Hoewel en ondanks je nog goed kon zien waar die ene mooie tak had gezeten, welke de boom had verloren. Maar daar omheen groeide nieuw leven, nieuwe hoop voor de toekomst.
Toen ik de derde boom vroeg hoe het nou toch kon dat ze zó sprankelde in de zon, zei de boom:” Net ná mijn verlies ben ik in mijn verdriet gedoken. Ik heb mijn ogen niet gesloten voor het verlies van mijn Tak.Met door het verdriet te accepteren en te voelen ,het in diepte te doorgaan en ondergaan, kon en wilde ik dat jaar,het eerste jaar de zon nog niet geheel op mij voelen. Ik wilde mijn wond ten volste beleven, mijn verdriet ,het gemis en de pijn. Na dat eerste jaar liet ik schuchter weer wat warmte van de zon door heel voorzichtig. Al was het alleen maar om me een beetje te warmen na al die kou. Hierdoor begon de wond een korstje te krijgen. Het tweede jaar begon ik te beseffen dat ik een onderdeel ben van een veel groter geheel en dat ik door moest knokken. Ik keek hier rond en besefte ik ben niet alleen in dit park. Langzaam aan kreeg ik ook steeds meer behoefte aan de zon. Ik wilde weer warmte. Daardoor konden miijn wortels opnieuw gaan groeiden en zij boorden zich weer dieper in de grond. Ik blijf proberen en alleen door keihard te blijven werken vond ik iets wat van mijn houvast en levenssappen terug. Het derde jaar werd ik wakker in het voorjaar en ik liet mij volledig omarmde door mijn vriend, de zon, zo vol warmte en strálend. Ik voelde ik had wat geaccepteerd van mijn grote verlies en opeens,voelde ik de nieuwe knoppen kriebelen en weer dringen, nieuw leven opende mijn ogen al was het nu op een andere manier en ik vroeg mij af of dit was, mijn voorbode.
“Kijk”, ging de boom verder…De korst is nu zoals je ziet langzaam van de wond aan het loslaten en ik weet, er zal altijd een zichtbaar en groot litteken te zien blijven, maar dat litteken zal het mijne zijn,ja en hoort nu al bij mij. Het is een onderdeel van mij aan het worden en ik zal het met liefde koesteren, voor altijd op mijn eigen, een speciale vanuit mijn gevoel en op mijn eigen wijze eigenwijze manier.
Vervlogens wees de boom de plek aan met een lange nieuwe tak naast daar waar het litteken al iets zichtbaar was, Stukjes van de korts lagen afgebrokkeld aan de voet van haar stam op de grond gevormd door haar zelf in de vorm van een hart.
“Ja, “,zo sprak de heel boom zachtjes verder: “Het was ooit de plek die mijn aller mooiste, mijn aller en echt enige jongste en vrolijkste tak innam. En met de pure liefde die ik voor mijn,deze tak voel, zal ik door moeten leven en groeien te midden van alle andere bomen.”
“En de Zon” Hoe…?,vroeg ik weer menselijk nieuwsgierig
“Ja ,knipoogde zij, je raad het al,die is nu één van mijn aller grootste vrienden geworden!”antwoordde de boom, en zij liet haar takken vrolijk en zachtjes wiegen,dansende op de maat van de wind alles in samenspel van de Zon die de boom ondersteunde en optrad als dirigent.
Ik wenste de boom sterkte en draaide mij om,om mijn wandeling te vervolgen toen ik opeens hoorde roepen..
“En, nu jij, Wat is jouw verhaal heb jij ook een wond? “
“Dat, vertel ik je nog wel eens”;riep ik lachend terug.
” Dat is goed,voor nu althans”; riep de boom “Ik blijf hier op je wachten…want ik heb alle geduld en weer alle tijd!

d.d.09-10-2008
Karin
Ik heb dit soort van verhaal jaren terug ooit eens gelezen op het internet Het sprak mij toen erg aan.Niet wetende het ooit zelf te gaan gebruiken door het nu aangepast naar mijn eigen gevoel doorgang en inzicht hier te plaatsen op de Herdenkingsite van mijn kind.
Ooit hoop ik als de tijd daar is, mij te kunnen voelen zoals de 3e boom. Ik ben op onderweg door er keihard aan te blijven werken.
IK zou hier na 1 jaar van rouw stoppen maar heb besloten ik blijf schrijven wat erin mij opkomt aan gedichten.
Als voorbeeld voor anderen mensen van mijn hoe ik omga met eigen rouwverwerking.
Ik onderga en doorga en sluit niet mijn ogen. Ik mag en kan zijn wie ik ben een om haar kind rouwende moeder.Mijn litteken zal zichtbaar blijven voor altijd en ik zal het nooit ergens mee bedekken….
Liefs van mij,
voor
de mensen die ook rouwen
in welke vorm dan ook…
|
|